Tussen 1464 en 1572 stond op het terrein van Park Matilo het Sint Margarethaconvent. Hier woonden zusters van de Derde Orde van Sint Franciscus. Hun leven bestond uit bidden en werken. Handenarbeid vonden zij een goede manier om luiheid te bestrijden en goede gedachten te stimuleren. Ze weefden bijvoorbeeld linnen, maakten lakense stof, bakten brood, verzorgden zieken, brouwden bier en hielden koeien en schapen.

Het convent bezat uitgestrekte landerijen. Uit een inventarisatie van 1572 blijkt dat het Sint Margarethaconvent een boomgaard bezat en dat er veel bomen stonden op het terrein: ‘ontellicke veel willige, groote ende cleyne.

In de middeleeuwse kloostertuin in Park Matilo groeien voorbeelden van middeleeuwse voedselgewassen, geneeskrachtige planten, geurige kruiden en sierplanten. Niet alleen planten die in Matilo zijn gevonden tijdens opgravingen, maar zoveel mogelijk verschillende soorten die de middeleeuwers kenden en gebruikten.

In de middeleeuwen hadden tuinen niet alleen een praktische betekenis, maar ook een symbolische en spirituele. Middeleeuwers kenden een uitgebreide bloemensymboliek. Aan veel planten en bloemen gaven zij een Christelijke betekenis.

Zo was de roos de koningin der bloemen en stond symbool voor Maria, die ook wel ’de roos zonder doornen’ werd genoemd.

De goudsbloem was een symbool van gehoorzaamheid, omdat de goudsbloem het zonlicht volgt. Zoals de meeste nuttige, mooie en welriekende planten was ook de goudsbloem een Mariabloem.

De bosaardbei stond symbool voor nederigheid, omdat het maar een klein plantje is. Het blad bestaat uit drie delen en verwees volgens de middeleeuwers daarom naar de Drie-eenheid van Vader, Zoon en Heilige Geest. 

Deze en nog veel meer planten en kruiden staan in onze kloostertuin. Wees welkom om ze te komen bekijken!

De Kloostertuin bevindt zich achter de camperplaats aan Besjeslaan 3a (over de brug het park in en het eerste paadje rechts nemen).